Mijn vakgebied is groei. Ondernemingen helpen meer waarde te leveren aan de wereld (lees: hun klanten). Als de producten van die onderneming de wereld een stukje mooier maken, draag ik zo indirect bij aan een betere wereld. In een notendop is dat waarom ik doe wat ik doe. “Omdat een betere wereld ondernemers nodig heeft die impact maken” is de zin waarin ik dit heb verwoord.
Maar soms ook twijfel ik aan mijn vak. Of ik de wereld wel verder help. Of ben ik juist een katalysator van datgeen wat ons nu juist in de problemen brengt? Laat me mijn overdenkingen eens met je delen.

De directe aanleiding was dat ik vanuit verschillende personen de documentaire “Seaspiracy” aangeraden kreeg, die sinds kort op Netflix te zien is. “Je wordt er niet vrolijk van, maar hij maakt wel impact.” Kreeg ik er als waarschuwing bij. Dan weet je al wel een beetje hoe laat het is toch?

De documentaire gaat erover dat de grote voedselindustrieën ervoor zorgen dat onze oceanen op instorten staan. En dat ons huidige systeem die vernietiging faciliteert en in stand houdt. Dat geldt zowel voor vlees als voor vis. Het stelt de kijker de vraag: “Wat doe je als je weet dat dat wat je consumeert bijdraagt de vernietiging van de aarde?” De suggestie (spoiler alert) is het drastisch aanpassen van ons dieet naar voedselbronnen die de planeet niet uitputten of vernietigen. Dus gewoon stoppen met vlees en vis te eten.

In dit stuk wil ik die vraag echter even laten voor wat het is en me richten op de oorzaken van de problemen. De docu stelt dat we bijvoorbeeld zulke grote omvang hebben bereikt met het aantal en de omvang van vissersschepen, alsmede de hoeveelheid en schaal van de viskwekerijen, dat deze de aarde veel te veel belasten en enorm dieronvriendelijk zijn.

Kortom: we zijn te groot gegroeid. En toen waren we aanbeland op mijn vakgebied. Want is het acceptabel om een visbedrijf te helpen groeien, als de omvang van de visindustrie juist het probleem is? (Voor de goede orde: ik heb met Impact Masters geen klanten gehad in deze branche. Het gaat hier om de gedachte.)

Allereerst is het goed om te kijken naar groei zelf. Ik zeg altijd: “groei is geen doel op zich, maar een gevolg.” Als je meer van waarde bent voor meer mensen zal je groter worden. Daarmee is op individueel bedrijfsniveau niet per se iets mis als je het mij vraagt. Alleen al omdat stilstand niet bestaat. Elk levend systeem, dus ook een markt/sector/industrie is constant in beweging. Er zijn constant bedrijven die groter worden, bedrijven die krimpen en bedrijven die stabiel zijn. Gewoon omdat er niet meer smaken bestaan.

Waar volgens mij de schoen wringt is in de relatie tussen het individu (het bedrijf) en het collectief (de industrie). Dus laten we eens kijken naar collectieve groei. Wat bepaalt of een sector groeit of krimpt? Vrij simpel: je kijkt naar de vraag: “stijgt of daalt de vraag naar de producten van die sector?”. Maar daar zit ook direct het probleem. Als de vraag stijgt en het lukt de markt om evenredig meer aanbod te produceren zal de prijs hoogstwaarschijnlijk stabiel blijven. En dat is wat er gebeurd met de visserij. Ja, mensen willen best meer vis eten. En ja vissers willen best meer vis vangen. En de overheid helpt links en rechts wat via subsidies en belastingen. Tot we ineens we na heel wat jaren groei met dead zones in onze oceanen en uitstervende vissoorten zitten. Op individueel niveau heeft niemand iets fout gedaan, maar als collectief zijn we de pisang. Een beetje als de fameuze Nokia uitspraak: “We didn’t do anything wrong, yet somehow we lost”.

En zo werd groei van een gevolg ineens ook een probleem. En moest ik ineens een antwoord verzinnen over de kern van mijn werk. Kan je nog wel bijdragen aan een betere wereld als je groei helpt creëren?

Mijn voorlopige antwoord is ‘ja’. Ten eerste omdat groei niets anders dan een richting van beweging is. Groei, stabiliteit en krimp zijn de enige drie smaken die er zijn. Waarbij stabiliteit zelfs nog te bediscussiëren valt, maar dat is voor een ander moment. In een systeem dat groeit, zijn altijd bedrijven die groeien. Maar in een systeem dat krimpt zijn ook altijd bedrijven die groeien. Soms in hetzelfde systeem, meestal in het systeem dat het vervangt. Zoals bijvoorbeeld de zonnepanelen industrie groeit, ten koste van de fossiele energiesector. Maar ook in een krimpende sector, zijn groeiende en krimpende bedrijven. Neem bijvoorbeeld pluimveebedrijf Kipster, die groeit terwijl de “oude” pluimveebedrijven krimpen. Kortom groei is er altijd en dat is goed. Want groei is alleen maar een gevolg van waar wij meer van willen. Alleen willen wij soms dingen die niet zo goed zijn. Voor onszelf, onze kinderen, de buren of de planeet.

En soms weten we gewoon niet beter. Dat is waarom een docu als Seapiracy belangrijk is. Want pas als je iets weet kan je ernaar handelen. Hoewel dat absoluut niet makkelijk is. Want ik werd door mijn kids aangekeken met “No way, papa dat wij vegan willen worden. McDonalds is superlekker!” Maar toch begint er veel bij je individuele keuze.

Daarnaast is er ook sprake van een systeemfout. Ook daarvoor heb ik de oplossing net even bedacht. Bij dezen: laten we ophouden met valsspelen!

Nou, dat is niet eens zo’n slecht idee toch? Maar spelen we vals dan? Ja, helaas wel. We spelen vals door in die wet van vraag en aanbod de helft buiten beschouwing te laten. Door bij de visserij de prijs aan milieuschade niet mee te rekenen. Door in de cacao industrie te werken met slaven. Door kleding te laten maken door kinderen die we amper betalen. Of door het versturen van een armbandje via Wish van China naar Nederland voor €1,-. Door via landbouwsubsidies onze producten kunstmatig goedkoop te houden, zodat andere spelers op de markt niet kunnen concurreren. Door boeren geen eerlijke prijs te betalen voor hun producten.

Nou hoor ik je zeggen: ‘dat kan je mooi stellen Bastiaan, zo’n oplossing. Maar hoe dacht je dit te gaan doen dan?’.
Eerlijk gezegd heb ik daar nog wel even voor nodig, maar er wordt aan gewerkt. Een paar zaken klinken voor mij op dit moment als een mogelijke oplossingen. Geen van allen makkelijk en wellicht ook deels onhaalbaar, maar dat is waarom ik ook nog even tijd nodig heb voor de verdere uitwerking (waarbij meedenken trouwens absoluut welkom is).

1. Radicale transparantie. Ofwel: een eindgebruiker in de keten, laten we een haring etende Bastiaan nemen. Die moet kunnen zien welke schakels er tot aan hem zijn en hoe de kostprijs en verkoopprijs door die keten loopt. Ofwel: iedereen moet met de billen bloot. Zodat een eindgebruiker kan bepalen of hij met zijn aanschaf van zijn haring deze bedrijven wil steunen. Simpel gezegd: wees open.

2. Werken met ‘Echte Prijzen’. Laten we voor de kostprijs van een product ALLE kosten in overweging nemen. Dus ook de kosten van (niet betaald) eerlijk loon, schade aan milieu en werkelijke transportkosten. Kortom, alles wat we nu voor het gemak buiten onze keten en calculaties houden. En dan nemen we gelijk de subsidies erin mee. In Amsterdam is inmiddels op dit principe de eerste winkel gestart met True Pricing. Laten we dit principe verder uitwerken en tot algehele standaard maken in de manier waarop we zakendoen. Simpel gezegd: wees eerlijk!

3. Doe wat deugt. Ondanks dat een tijgerboutje een waar culinair festijn zou kunnen zijn is er een heel goede reden dat we die niet eten. Omdat het niet deugt een met uitsterven bedreigd dier op te eten. Net zoals het ook niet deugt om een T-shirt te verkopen dat door een straatarm meisje in Bangladesh is gemaakt. Er zal altijd vraag zijn naar een goedkoper T-shirt, maar we kunnen best bedenken dat we dát T-shirt niet in de winkel willen leggen. Als een bedrijf dat niet zelf kan bedenken, lijkt me dat een prima rol voor de overheid. Kortom: laten we stoppen met shit verkopen, puur en alleen omdat er vraag naar is. Dat klinkt veel makkelijker dan het is, maar als we eens beginnen met punt 1, dan maken we in ieder geval zichtbaar wat er wel en niet deugt. Simpel gezegd komt dit derde punt neer op: doe het goede.

Dus bij deze mijn oplossing voor de wereld: wees open, wees eerlijk en doe het goede.
Een oplossing waarvan ik hoop dat hij enorm hard mag groeien de komende jaren. Dus als je me zoekt, ik ben aan het werk!

De vraag aan jou voor nu is: wat is volgens jou de taak en verantwoordelijkheid van een individuele ondernemer voor de collectieve effecten en welke uitgangspunten moeten daarbij leidend zijn? Deel het met me in de comments!

 

 

Af en toe een nieuwsbrief ontvangen met daarin de laatste nieuwe artikelen? Meld je aan onderaan deze pagina!

 


 

Wil je meer weten van de manier waarop we ondernemers helpen met hun (groei)uitdagingen? Onze gratis Whitepaper is een goede plek om te starten. Je leest er uit welke onderdelen elk bedrijf is opgebouwd, zodat je weet aan welke knoppen je kunt draaien. Ofwel zodat je weet waar je werk zit dus. Je vindt hem via onderstaande knop.